COLUMN – Uber-chauffeurs – en dus ook Uber – worden gesubsidieerd door de Belastingdienst. Dat kan niet de bedoeling zijn. Tijd voor een ander btw-stelsel.
Inwoners van Amsterdam, Den Haag en andere steden in de Randstad zal het zijn opgevallen: de sterke toename van het aantal auto’s met blauwe nummerborden zonder taxibord op het dak. Deze taxi’s, die vaak zijn aangesloten bij Uber, zijn vaak leeg en rijden vervuilende rondjes.
Niet dat de zzp-chauffeurs er rijk van worden. Veel zelfstandigen die zijn aangesloten bij Uber lijden een marginaal bestaan. Zij verdienen met lange dagen ploeteren meestal nog geen duizend euro per maand. Toch nemen ze er vaak genoegen mee. Vaak omdat hun inkomsten van Uber niet hun enige inkomen zijn. Taxichauffeurs in loondienst beunen bij via Uber en huismannen en -vrouwen doen het er bij voor een extraatje.
Belastingdienst steunt Uber en diens chauffeurs
Wat daarbij helpt, is dat hun inkomsten niet alleen worden betaald door hun klanten, maar ook door de Belastingdienst. Dat komt doordat zij profiteren van het verschil tussen het lage en het hoge btw-tarief.
Deze wisseltruc werkt als volgt. Uberrijders moeten een kwart van hun inkomsten afdragen aan Uber. Bovendien leasen zij vaak een auto via Uber. Veel autobezitters hebben namelijk een auto die te klein is of anderszins niet aan de normen van Uber voldoet.
Over beide kostenposten – de diensten van Uber en de lease – betalen zij het hoge btw-tarief van 21 procent. Ook andere ingekochte goederen en diensten, zoals brandstof, zijn belast tegen 21 procent. Over de taxi-diensten die zij verlenen geldt echter het lage btw-tarief van 6 procent.
Verschil tussen ontvangen en afgedragen btw
Ik baseer het volgende sommetje op een ‘echte’, gemiddelde Uber-rijder. Met taxiritten wordt 1.600 euro (exclusief btw) verdiend. De kosten voor Uber, Uber Business Lease en brandstof bedragen 1.100 euro (exclusief btw). Blijft over een brutowinst van 500 euro.
Maar nu de btw-verrekening. Over de inkomsten moet de rijder 6 procent btw afdragen, ofwel 96 euro. Over de kosten van 1.100 euro heeft hij 21 procent btw betaald, ofwel 231 euro. Die mag hij terugvragen. Het verschil tussen de afgedragen btw en de terug te vorderen btw bedraagt 135 euro. Dankzij deze btw-teruggave stijgt zijn winst met maar liefst 27 procent. Met dank aan de belastingbetaler.
Toprijder bij Uber ziet winst flink stijgen
En een toprijder bij Uber? Dan hebben we het over 3.000 euro inkomsten per maand. Daarover moet aan btw 180 euro worden afgedragen. Als de kosten 1.500 euro bedragen, mag 315 euro worden teruggevraagd. Het verschil van 135 euro mag de Uber-rijder in zijn zak steken. De winst stijgt nu met 9 procent.
Op jaarbasis ontvangt deze chauffeur 1.620 euro aan belastinggeld. Als de taxi-inkomsten net als de kosten zouden worden belast met 21 procent btw had hij juist 3.780 euro moeten afdragen. Het verschil van 5.400 euro per jaar is pure subsidie voor de Uber-rijder.
Hier is het lage tarief natuurlijk niet voor bedoeld. Het lijkt mij de hoogste tijd om taxi-diensten voortaan ook tegen het hoge tarief te belasten. Of, nog beter, om het verschil tussen het hoge en lage btw-tarief helemaal af te schaffen.
Dan komt er ook een eind aan de belachelijke verschillen zoals die op hilarische wijze zijn beschreven door econoom Mathijs Bouman. Een mooie puntje om mee te nemen bij de kabinetsformatie.
LEES OOK 12 dingen waarover knallende ruzie ontstaat als btw-tarief van 6 procent wordt geschrapt
Paul van der Kwast is onafhankelijk financieel planner en verdient geen geld aan de verkoop van financiële producten. Voor Business Insider volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet.
Het bericht Hoe de Belastingdienst Uber subsidieert via btw – dat kan niet de bedoeling zijn verscheen eerst op Business Insider.